Misschien is alles in het leven wel hopeloos en onmogelijk.
Misschien zal niets ooit lukken in mijn leven. Zal nooit alles zijn zoals het
hoort te zijn in mijn hoofd. Misschien heb ik het helemaal mis, en is juist
helemaal niets hopeloos. Maar op dit moment vraag ik me meer af of dat nu wel
mogelijk is. Op dit moment spoken de vragen en beelden van hem door mijn hoofd.
En vraag ik me af of het ooit meer word dan alleen beelden van hem. Maar ook
beelden van ons. Misschien is het gewoon hopeloos. Misschien ben ik wel
hopeloos. Misschien is het beeld van ‘ons’ wel helemaal hopeloos en onmogelijk.
Misschien is het ook zo. Misschien is het hopeloos om te hopen dat hij de gene
is die nu is eerst stuurt. Hopeloos. Helemaal hopeloos.
Want ik ben meer dan 100 procent zeker dat hij 0 procent aan
me denkt. En ik? Ik denk meer aan hem dan wie dan ook zich kan voorstellen.
Misschien voel ik dit al lang, maar vond ik het belachelijk. Liefde op het
eerste zicht, ken je dat? En hoe moet ik nu mijn plannen voor goeie punten
verderzetten als zijn hoofd elke keer in
mijn hersens floept. Hoe kan ik dan deftig huiswerk maken. Hoe kan ik opstaan
en geen bende van mijn kamer maken omdat ik vijftien verschillende outfits pas,
gewoon omdat ik hem misschien één minuut zou spreken. Man, verliefd zijn is
hard.
En ik droom van een wereld waar ‘ons’ wel kan. Waar dat niet
hopeloos is, maar zelfs al bestaat. Een wereld vol rozengeur en maneschijn. Maar
dat is maar een droom, ver van de werkelijkheid. Want de waarheid? Dat ik veel
aan hem denk? Soms hopeloos, of eigenlijk altijd, ben omdat hij toch nooit zal
sturen? En ja hoor, het is niet zo dat hij het niet raar gaat vinden dat dat
vreemde lelijke, hopeloze meisje hem steeds stuurt. We staan op nul. Ik weet
niet echt veel van hem, en hij kan alleen mijn naam onthouden denk ik. Hij
heeft ook gewoon geen zin in een relatie.
Maar misschien hoef ik niet meer. Misschien wil ik gewoon
verder dromen van het idee van een ‘ons’. Misschien hoeft het niet allemaal.
Maar is dat niet zielig? Je hele leven dromen over iets wat zo ver buiten
bereik ligt. Het is niet dat hij, zo populair en knap als hij is, mij zal
kiezen boven de mooiere, knappere, meer perfecte meisjes op mijn school. Als ik
hem was wist ik wel wat ik zou doen. Vluchten naar New York en daar trouwen met
een knappe Amerikaanse. Ja, strak plan. Misschien moet ik het dan maar gewoon
opgeven. En niet zo zielig en hopeloos denken.
En nu ben ik thuis. Daarom voel ik dit. Als ik thuis ben
denk ik echt man dit heeft geen zin! Maar als ik hem dan zie op school, denk ik
van O, wacht. Laat ik nog verder proberen want hij is zo ongelooflijk knap en
leuk dat hij het waart is. Maar nu. Op dit moment maakt het me niets uit. Want
ik zie hem niet, ruik hem niet, hoor hem niet. En ik kan me niet super goed
inbeelden hoe het is. Ik zie gewoon zijn knappe gezicht in mijn ogen naar me
staren. Volgens mij is er echt iets niet
goed met me. Misschien ben ik dan wel gewoon een hopeloos geval. Een wrak.
Echt een wrak. Ik loop rond als een zombie die studeert en leest om haar leven
door te komen. Die bang is om haar beste vrienden kwijt te raken omdat het al
zo vaak is gebeurd. En amper slapen komt er nog eens bij. Een wrak zeg ik je.
EEN ZOMBIE. En wie trouwt er met een zombie? Een wrak? Niet hem. Niemand
trouwens. Dus blijf ik hopeloos. Misschien is het gewoon hopeloos. Het idee van
‘ons’ is hopeloos. Hopeloos. Ja, hopeloos.
Xoxo, S.T.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten